info-steel-16
Deze regel levert echter te kleine waarden op voor HSS. Daarom vermeldt EN 1993-1-12 dat de weer- stand voor HSS niet kleiner moet zijn dan f y A net / γ M0 Instabiliteit Verschillende studies hebben uitgewezen dat HSS op z’n minst even goed scoort als gewoon constructie- staal. Het blijkt bijvoorbeeld dat het effect van initiële imperfecties kleiner is wegens de hogere vloeigrens. De eigenspanningen vertegenwoordigen immers een kleinere fractie van de vloeigrens. De normale ontwerpregels kunnen dan ook worden gebruikt. De hogere knikkrommes die van toepassing zijn voor staal S460 mogen ook voor HSS worden toegepast. Vermoeiing De vermoeiingssterkte van een staalconstructie is in het algemeen onafhankelijk van de staalsoort. Daarom zijn voor HSS ook de ontwerpregels van EN 1993-1-9 ongewijzigd geldig. Het gebruik van HSS geeft, door de lichtere constructies die er het resultaat van zijn, echter aanleiding tot een grotere verhouding tussen de veranderlijke (vermoeiings)belasting en de permanente belasting. Het vermoeiingsspanningsinterval kan daarom groter zijn. Het is daarom nodig, vooral bij gelaste construc- ties, meer aandacht te besteden aan het vermoei- ingsontwerp [3]. Indien constructiedetails niet aan de toetsingscriteria voldoen kan een oplossing bestaan in: • het wijzigen van het detail of het verplaatsen ervan naar een doorsnede met een kleiner spanningsni- veau; • het aanwenden van betere lasprocessen of beter vakmanschap; • het aanwenden van methoden die het vermoeiings- gedrag van de las verbeteren, bijvoorbeeld door stralen, slijpen, hameren of TIG dressing . Lassen Algemene aanbevelingen voor het lassen van TM- en QT-staal zijn gegeven in EN 1011-2 [2]. Door het hoog gehalte aan legeringselementen en het daarmee 73 N Rd,net = 0,9 f u A net / γ M2 Cette règle produit pourtant des valeurs trop petites pour l’acier HLE. C’est pourquoi l’EN 1993-1-12 men- tionne que la résistance d’un acier HLE ne doit pas être inférieure à f y A net / γ M0 Instabilité Diverses recherches ont démontré que le comporte- ment d’un acier HLE est au moins aussi bon que celui d’un acier de construction normal. En effet, il semble que les effets des imperfections initiales soient plus petits grâce à la limite élastique plus grande. Les contraintes résiduelles représentent après tout une fraction plus petite de la limite élastique. Les règles de calcul normales peuvent donc être utilisées. Les cour- bes de flambement applicables pour les aciers S460 peuvent aussi être utilisées pour les aciers HLE. Fatigue La résistance à la fatigue d’une structure en acier est, en général, indépendante de la nuance d’acier. C’est pour- quoi les règles de calcul de l’EN 1993-1-9 sont aussi valables pour les aciers HLE. L’utilisation d’un acier HLE donne néanmoins, et par le fait que les structures sont plus légères, lieu à une proportion plus grande entre la charge de fatigue mobile et les charges permanentes. Il en résulte que l’étendue de contrainte en fatigue peut être plus importante. Il est donc nécessaire, et surtout pour des structures soudées, de faire plus attention à la fatigue lors de la conception [3]. Si cer- tains détails de construction ne satisfont pas aux critè- res de contrôle, une solution peut être trouvée dans: • la modification du détail ou le déplacement du détail vers une section moins chargée; • l’utilisation de meilleurs procédés de soudage ou une meilleure maîtrise; • l’utilisation de méthodes qui améliorent le com- portement de la soudure en fatigue, comme le grenaillage, le meulage, ou par marteau-piqueur ou soudage TIG. Soudabilité Des recommandations générales pour le soudage des aciers TM et QT sont données dans l’EN 1011-2 [2]. Le soudage des aciers QT demande une atten- © SSAB Oxelösund
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=