info-steel-17

20 cipe worden de ruimtes binnenin kolomvrij gehouden waardoor de kantoren maximaal kunnen worden benut. Het ‘diagrid’ zorgt verder voor 60% van de stabiliteit in de langsrichting. De staalconstructie is in de gevel geïntegreerd en zowel aan de binnen- als de buitenzijde duidelijk afleesbaar. Belgisch Voor de staalconstructie werd beroep gedaan op het Belgische bedrijf CSM uit Hamont-Achel. De structuur – in totaal 1.600 ton staal! – is nagenoeg volledig in de kwaliteit S355 uitgevoerd. De Limburgse onderne- ming vertolkt een belangrijke rol in de uitvoering van dit project dat eind dit jaar volledig klaar zal zijn. Projectleider Harry Follon verduidelijkt: ‘De stalen lig- gers en onderdelen werden in losse stukken naar Am- sterdam vervoerd. Constructief advies kregen we van Aronsohn raadgevende ingenieurs uit Rotterdam. De staalconstructies zijn opgebouwd in fasen van drie ver- diepingen. Op elke verdieping zijn aan de binnenzijde van het ‘diagrid’ vloerdragende liggers bevestigd.’ De fabricatie van de ‘diagrids’ was een precisiewerk. Alle profielen van de structuur werden tot op één tiende van een millimeter op lengte en onder de juiste hoek gefreesd. Op elke verdieping werden zogenaam- de ‘handjes’ gelast waar de prefab gevelelementen op rusten. Na de montage van de ‘diagrids’ en de vloeren werd een prefab betonnen borstwering geplaatst. Binnen werden de stalen profielen vervolgens brand- werend bekleed, terwijl de staalconstructie aan de buitenzijde werd afgewerkt met een gegalvaniseerde stalen kap gevuld met steenwol van hoge densiteit, die tevens dienst doet als thermische isolatie. Deze kap is bevestigd aan de borstwering. Over deze steenwol werd een regen- en winddichting in EPDM gekleefd. Ten slotte werd over de beklede staalconstructie een 3 mm dikke metalen sierkap geplaatst. Montage en stabiliteit De totale stabiliteit van de hoogbouw wordt gereali- seerd door het ‘diagrid’ in combinatie met de beton- vloeren en de kern. Vermits de vloeren slechts na de montage van de constructie konden worden aange- bracht, diende een tijdelijke montagestabiliteit te wor- den voorzien. De A-kolommen werden op de begane grond voorgemonteerd en nadien met de torenkraan op hun plaats gezet. De montageverbanden werden na het storten van de vloer gedemonteerd en herbruikt bij een volgende bouwfaze. Bij de detaillering van de tijdelijke montageverbanden werden regelmogelijk- heden in verband met uitlijning voorzien. Teneinde Grâce à ce principe, les espaces intérieurs sont libres de colonnes et les bureaux peuvent ainsi être mis à profit de façon optimale. Le ‘diagrid’ assure également 60% de la stabilité longitudinale du bâtiment. La struc- ture en acier est intégrée dans la façade et clairement apparente, aussi bien à l’intérieur qu’à l’extérieur. Belge C’est l’entreprise belge CSM de Hamont-Achel qui a été choisie pour la réalisation des structures en acier - 1.600 tonnes au total principalement de qualité S355! La société limbourgeoise joue un rôle important dans l’exécution de cet ouvrage qui sera achevé fin de cette année. Harry Follon, chef de projet, explique: ‘Les poutrelles et les autres éléments en acier ont été transportés en pièces détachées à Amsterdam. Nous avons également reçu des conseils constructifs de la part du bureau d’études Aron- sohn de Rotterdam. Les structures en acier ont été mises en place par phases de trois étages. À chaque étage, des poutrelles sont fixées du côté intérieur du ‘diagrid’ pour supporter les dalles de plancher.’ La fabrication des ‘diagrids’ est un travail de précision. Tous les profils de la structure sont fraisés au dixième de millimètre près en longueur et selon l’angle exact. À chaque étage sont soudés de petits appuis sur lesquels reposent les éléments de façade préfabriqués.Après le montage des ‘diagrids’ et des dalles, un garde-corps pré- fabriqué est mis en place. À l’intérieur, les profils en acier sont ensuite ignifugés, tandis qu’à l’extérieur, la structure est recouverte d’une coque en acier galvanisé remplie de laine de roche haute densité, jouant donc également le rôle d’isolant thermique. Cette coque est fixée sur le garde-corps. Une couche imperméable à la pluie et le vent en EPDM est collée sur la laine de roche. Enfin, une coiffe métallique décorative d’une épaisseur de 3 mm est placée en revêtement final extérieur. Montage et stabilité La stabilité globale de la tour est assurée par la struc- ture ‘diagrid’, associée aux planchers en béton et au noyau central. Comme les planchers ne pouvaient être mis en place qu’une fois le montage de la structure réalisé, une stabilisation temporaire a dû être prévue lors du montage. Les colonnes principales ont été prémontées au sol et ensuite mises en place à l’aide d’une grue à tour. Une fois les dalles coulées, les as- semblages de montage ont été démontés et réutilisés pour une phase ultérieure. Lors de la conception de ces éléments temporaires, des possibilités de réglage ont été prévues en termes d’alignement.