info-steel-17

44 het hele metronet bestaat uit tegels, graniet, meubilair, verlichting, seingeving, o.a. De uitdagingen voor het project waren natuurlijk enorm, maar toch is de architect erin geslaagd om een nieuwe ruimte te creëren, zowel voor het voetgangersverkeer (eenvoudiger), de ingangen (duidelijk zichtbaar en geschikt voor personen met een beperkte mobiliteit) als op het gebied van materialen (robuust) en lichtinval (overal). Waterdichtheid, veiligheid, duurzaamheid, akoestiek (geluidwerende plafonds en geluiddempende panelen onder de perrons) en onderhoud waren de sleutelwoorden van een ‘eenvoudig’ project, gebaseerd op de combinatie van glas en staal. Deze materialen lenen zich voor het ontwerp van het dienstlokaal tot de borstweringen (dikke platen van gepolijst staal en constructies van hoekstalen en gelijmd glas) en van de liftkoker tot de luifels… Twee vergelijkbare luifels overdekken de ingang tot het station zelf. Het zijn herkenningsbakens in de stad - ze rijzen op uit het plein en drukken hun stempel op de omgeving - en beschermen het trappenhuis, de lift, de kaartenautomaten en de voorbijgangers. Ze bestaan uit een plaat van roestvast staal van 3 cm dik met een leng- te van 32 m, naar analogie met het langwerpige plein en het voetgangersverkeer. Het bouwwerk van 3,5 m Les contraintes du projet étaient certes énormes mais l’architecte a néanmoins créé un espace neuf tant au niveau des circulations (simplifiées), des accès (visibles et adaptés aux personnes à mobilité réduite) que des matières (robustes) et de la lumière (omniprésente). L’étanchéité, la sécurité, la pérennité, l’acoustique (plafonds acoustiques et panneaux absorbants sous les quais) et l’entretien figurent parmi les maîtres mots d’un projet ‘simple’ basé sur l’association du verre et de l’acier. C’est eux qui se plient à tous les aménage- ments, du local de service aux garde-corps (plaques épaisses en acier poli ou assemblages de cornières et de verre collé) en passant par la cage d’ascenseur ou les auvents... Deux auvents similaires protègent l’accès à la station elle-même. Ils constituent des repères dans la ville - ils émergent de la place et identifient les lieux - et abritent la cage d’escalier, l’ascenseur, les distributeurs de tickets et les passants. Ils sont constitués d’une tôle en inox de 3 cm d’épaisseur qui se déploie sur 32 m de long, écho à la place tout en longueur et à la circula- tion piétonne. Cette couverture de 3,5 m de large est posée sur une forêt de colonnes implantées de manière aléatoire, ‘à la façon dont on construirait une cabane

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=