info-steel-19

intro_intro intro _intro Expo 58: een parade van structuren Als het waar is dat de geschiedenis van het bou- wen in de afgelopen twee eeuwen te illustreren valt aan de hand van markante tentoonstel- lingsgebouwen, dan is Expo 58 een bevoorrecht moment geweest. Geen enkele grote tentoon- stelling heeft zoveel betekenisvolle constructies opgeleverd. Niet dat Expo 58 echt veel pionierswerk heeft voortgebracht. Een aantal structuurtypes had eerder en elders al ingang gevonden, maar pas hier blijken ze hun volle wasdom te heb- ben bereikt - zie bijvoorbeeld de constructies in gelijmd gelamelleerd hout. Daarnaast kan een aantal paviljoenen ook wel als voorloper wor- den beschouwd van constructieve systemen die pas na Expo 58 tot een reële ontwikkeling zijn gekomen. Afgezien van één enkele opblaasbare structuur - het paviljoen van Pan American Air- lines - en enkele realisaties in geprefabriceerd, voorgespannen beton of dunne betonschalen en -platen, gaat het hierbij vooral om structuren in staal: kabelnetten, vormactieve constructies of driedimensionale vakwerken. Expo 58 kan zelfs de laatste wereldtentoonstel- ling worden genoemd waarop staal (en glas) zo nadrukkelijk en zo wijdverbreid als construc- tiemateriaal werd aangewend - zoals dat al op de eerste wereldtentoonstelling het geval was geweest, met het imposante Crystal Palace van 1851 in Londen. Ook op latere wereldtentoon- stellingen ontbraken de stalen structuren niet, maar ze bleken geen aanleiding meer te geven tot de ostentatieve krachttoeren en het onge- remde plezier dat Expo 58 te zien gaf. Meer dan beton is staal-en-glas door de his- torici altijd met vooruitgang en moderniteit in verband gebracht. De vooruitgangsidee die op Expo 58 werd gecelebreerd, kon er treffend mee worden belichaamd: constructieve innovaties als embleem en als voorafspiegeling van ‘de betere toekomst’ die deze wereldtentoonstelling wilde verbeelden. Die toekomst zag er toen vederlicht uit: het innovatieve bouwen vond zijn uitdruk- king in de ‘lichtgewichten’ van stalen structuren. Expo 58 : une parade des structures S’il est vrai que l’histoire de la construction de ces deux derniers siècles peut être illustrée par les bâ- timents les plus marquants des expositions, alors l’Expo 58 y occupe une place privilégiée. Aucune autre grande exposition n’a présenté autant de constructions significatives. Non pas que l’Expo 58 ait véritablement fait œuvre de pionnier. Des structures de différents types avaient déjà été utilisées précédemment et en d’autres endroits, mais ce n’est qu’ici qu’elles semblent avoir atteint leur plein épanouissement - voyez par exemple les constructions en bois lamel- lé-collé. Parallèlement à cela, plusieurs pavillons peuvent être considérés comme les précurseurs de systèmes constructifs qui ne connaîtront un déve- loppement réel qu’après l’Expo 58. À l’exception d’une seule structure gonflable - le pavillon des Pan American Airlines - et de quelques réalisations en béton préfabriqué et précontraint, ou en voiles et dalles de béton, il s’agit principalement de structures en acier : réseaux de câbles, structures autotendantes ou treillis tridimensionnels. On peut même dire que l’Expo 58 est la dernière exposition universelle à avoir utilisé l’acier (et le verre) de manière aussi explicite et répandue comme matériau de construction - comme ce fut le cas lors de la première exposition universelle à Londres en 1851, avec l’imposant Crystal Palace. Les structures en acier ne manqueront pas non plus lors des expositions universelles suivantes, mais elles ne sembleront plus être l’occasion des tours de force ostentatoires et du plaisir immodéré affichés par l’Expo 58. Les historiens ont toujours mis l’acier et le verre, bien plus que le béton, en relation avec le progrès et la modernité. Grâce à ces matériaux, l’idée de progrès célébrée à l’Expo 58 put s’incarner de manière frappante: des constructions innovantes comme symbole et préfiguration d’un avenir meilleur que cette exposition universelle souhai- tait représenter. À l’époque, cet avenir semblait céleste et l’innovation en matière de construction trouva son expression dans la légèreté des struc- tures en acier. Tekst_Texte: Mil De Kooning, Rika Devos Vakgroep Architectuur & Stedenbouw Universiteit Gent