info-steel-19

Dit streven naar lichtheid kan historisch worden gesitueerd. Het constructieve denken werd er in de ganse naoorlogse periode grotendeels door beheerst. De mogelijkheden van manuele bereke- ningsmethoden waren immers niet meer beperkt tot tweedimensionaal werkende bouwelementen; ze werden vooral gestimuleerd door de geome- trische ‘ontcijfering’ van dubbel gekromde vlak- ken, de zogenaamde hyperbolische paraboloïden (hypars): ‘zadelvlakken,’ met een grote intrinsieke stijfheid, die grote overspanningen mogelijk maken met een minimum aan materiaal en die daardoor zowel een visuele als een structurele lichtheid ten toon spreiden. Waren er in de be- tontechnologie hieromtrent reeds voor de oorlog belangrijke experimenten uitgevoerd, dan deden de eerste hypardaken die met stalen kabelnetten waren samengesteld pas hun intrede in de vroege jaren vijftig. Baanbrekend was vooral het onderzoek van de Duitse architect en ingenieur Frei Otto - auteur van Das Hängende Dach (1954) -, een onderzoek Cette recherche de la légèreté peut être située historiquement. Elle domine en grande partie la réflexion sur la construction pendant toute l’après-guerre. Les possibilités offertes par les méthodes de calcul manuelles ne se limitent plus aux éléments de construction travaillant en deux dimensions. Elles sont principalement sti- mulées par le décryptage des surfaces gauches, les fameux paraboloïdes hyperboliques (PH): des structures en forme de selle de cheval, d’une grande rigidité intrinsèque permettant de franchir de grandes portées avec un minimum de matériau, et présentant donc une légèreté visuelle et structurelle. Si d’importantes ex- périences à ce sujet avaient déjà été menées avant la guerre dans le domaine de la techno- logie du béton, ce n’est qu’au début des an- nées cinquante qu’apparaissent les premières toitures PH constituées de réseaux de câbles en acier. L’étude fondatrice en est surtout Das Hängende Dach (1954) de l’architecte et Frankrijk _France

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=