info-steel-19

71 Het aantal verschillende materialen en elementen in een gebouw moet tot een minimum beperkt blijven. De combinatie van een stalen gevel met een stalen structuur vergemakkelijkt het sorteren voor recyclage tijdens de demontage. Door het beperken van het aantal types elementen in een structuur, en het werken met standaardelemen- ten, wordt de demontage en heropbouw van de structuur achteraf ook heel wat eenvoudiger. Modulaire standaardcomponenten kunnen veel gemakkelijker hergebruikt worden in het zelfde gebouw of in een andere constructie, doordat ze frequent gebruikt worden. Onscheidbare samen- gestelde materialen moeten vermeden worden. Echter, door de magnetische eigenschappen van staal, kan het staal in staalplaatbetonvloeren ook eenvoudig uit de elementen verwijderd worden. Ook oppervlaktebehandelingen, zoals verf of galvaniseren van het staal, hebben hierdoor quasi geen invloed op het recyclageproces van staal. Door het gebruik van mechanische verbindingen, die omkeerbaar zijn, zoals boutverbindingen, kan de structuur eenvoudig gedemonteerd en heropgebouwd worden. De verbindingen moeten bereikbaar blijven en ontworpen worden opdat schade en vervormingen door herhaalde montage en demontage beperkt blijven. Niet alleen de paviljoenen ontworpen voor Expo 58, maar ook paviljoenen van meer recenteWereldten- toonstellingen, konden nadien gedemonteerd en herbestemd worden.Het Britse Paviljoen van deWe- reldtentoonstelling van 1992 in Sevilla van architect Nicholas Grimshaw, is zo ontworpen om dat alle sta- len componenten opnieuw gebruikt kunnen worden. De verbindingen zijn ontwikkeld opdat het werk tot een minimum beperkt blijft. De boutverbindingen zijn omkeerbaar, zodat het gebouw gemakkelijk getrans- porteerd kan worden na de tentoonstelling. De ontwerper moet streven naar een open bouw- systeem, waar de verschillende onderdelen van het gebouw kunnen verwisseld worden en niet meer uniek zijn in functie. Dit laat toe de opbouw van de constructie te wijzigen door verplaatsing van de componenten zonder significante wijzigingen. Het Nederlandse Architectenbureau Mei. ontwik- kelde hun ‘smarthouse’, te Zoetermeer, waarbij door de uitwerking van de verbindingen eenvou- dig de layout van het gebouw gewijzigd kan wor- den. Dit laat bijvoorbeeld toe de woning in zeer beperkte tijd uit te breiden. British Pavilion, World Exhibition 1992, Sevilla (ES) - Grimshaw Architects Smarthouse, 2000, Zoetermeer (NL) - Mei Architecten en stedenbouwers Le nombre de matériaux et d’éléments différents d’un bâtiment doit être limité au maximum. La combinaison d’une façade en acier avec une struc- ture en acier facilite le tri pour le recyclage lors du démontage. En limitant le nombre de types d’élé- ments dans la structure, et en travaillant avec des éléments standardisés, le démontage et le remon- tage a posteriori de la structure sont grandement simplifiés. Des éléments modulaires standardisés peuvent facilement être réutilisés dans le même bâtiment ou dans une autre construction, du fait de leur utilisation fréquente. Il est préférable d’éviter les matériaux composites indissociables. Cependant, grâce à ses propriétés magnétiques, l’acier présent dans les dalles de plancher colla- borant peut facilement être retiré des éléments. De la même manière, les revêtements de surface (peinture, galvanisation de l’acier…) n’ont pra- tiquement aucune influence sur le processus de recyclage. L’utilisation d’assemblages mécaniques réversi- bles, tels que les assemblages par boulonnage, permet un démontage et un remontage faciles de la structure. Les assemblages doivent rester acces- sibles et être conçus de manière à limiter les défor- mations et les dommages dus aux démontages et remontages répétés. Tout comme les pavillons conçus pour l’Expo 58, cer- tains pavillons construits lors d’Expositions universelles plus récentes ont également pu ensuite être démontés et réaffectés. Le Pavillon britannique de l’Exposition universelle de Séville en 1992, dessiné par l’archi- tecte Nicholas Grimshaw, a été conçu pour pouvoir être démonté une fois l’Exposition terminée, afin de pouvoir utiliser à nouveau tous les éléments en acier. Les assemblages ont été développés afin de limiter au maximum le travail nécessaire. Les assemblages par boulonnage étant réversibles, le bâtiment a donc faci- lement pu être transporté après l’Exposition. Le concepteur doit chercher à créer un système constructif ouvert, dans lequel les différents éléments du bâtiment peuvent être permutés, et n’exercent plus une fonction unique. Cela permet de modifier la construction en déplaçant des éléments sans provo- quer de changement significatif. Le bureau d’architectes néerlandais Mei a développé sa ‘smarthouse’ à Zoetermeer en élaborant des assemblages qui permettent de modifier aisément le plan du bâtiment. Cela permet par exemple d’agran- dir la maison dans un délai très court.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=