info-steel-20

30 Het gerechtelijke domein aan de oostkant De rechtszalen en bijbehorende kantoren liggen in lange, als het ware op elkaar ‘gestapelde’ blokken die aan de noord- en zuidkant van het gebouw uitsteken, zoals de vingers van een hand. Het sculpturale en dynamische effect dat dit te- weegbrengt, geeft het gebouw een transparante uitstraling in de stad. In de uitkragingen, waarvan de langste 15 meter uitsteekt, worden de trek- en drukkrachten van de vakwerkliggers over de vloer verdeeld tot aan de centrale kern. De gevels van de rechtszalen hebben een dubbele gelaagdheid. De structurele buitenbeglazing geeft de volumes een homogene, transparante uitstra- ling. De binnenlaag, die 60 tot 150 cm dieper zit, ziet eruit als een complexe, abstracte tekening waarin de diversiteit van de echte ramen is opge- nomen. Laag energieverbruik Een geheel van passieve voorzieningen benut ten volle de vorm van het gebouw. Het bevordert ook het licht- en klimaatcomfort door het energiever- bruik en de mechanische systemen tot een mini- mum te beperken. Er werden twee gaten tot op 100 m diepte geboord, tot in de grondwatertafel. Het hieruit afkomstige water wordt gebruikt voor het koelsysteem, waardoor het energieverbruik met 21% kon worden teruggedrongen. De natuurlijke ventilatie is afkomstig uit een opening in de westkant. De lucht wordt verspreid door een brede, centrale aanvoerbuis van glas dat tevens voor daglicht zorgt in de rechtszalen (zie dwarsdoorsnede). De oostelijke gevel, die uitkijkt op de stad, is bekleed met een speciale laag van roestvrij staal die dienst doet als ‘milieuscherm’. Het bestaat uit Le domaine judiciaire à l’est Les salles d’audience et leurs bureaux s’expriment en longues barres superposées se prolongeant aux extrémités nord et sud du bâtiment, comme les doigts d’une main. L’effet sculptural et dynamique constitue aussi un signal de transparence à l’échelle de la ville. Dans les porte-à-faux, qui atteignent 15 m, les forces de traction et de compression des poutres en treillis sont distribuées au travers du plancher jusqu’au noyau central. Les façades des salles d’audience sont à double enveloppe. Le vitrage structural externe exprime des volumes homogènes et transparents. La cou- che interne, distante de 60 à 150 cm, se présente comme un dessin complexe et abstrait où s’intègre la diversité des fenêtres réelles. Conception basse énergie Un ensemble de dispositifs passifs exploitent la for- me du bâtiment et favorisent le confort lumineux et climatique en réduisant au minimum les demandes énergétiques et les systèmes mécaniques. Deux forages de 100 m en couche aquifère alimen- tent le système de refroidissement et réduisent la consommation de 21%. La ventilation naturelle est assurée par une ouver- ture à l’ouest et distribuée par un large conduit cen- tral vitré qui dirige aussi l’éclairage naturel dans les salles d’audience (voir coupe transversale). La façade Est, orientée vers la ville, arbore un dispositif spécifique en acier inoxydable dénommé ‘voile environnemental’. Il se compose de pan- neaux de 3,4 m de large et de 3,8 à 6,2 m de hauteur placés à 1 m du vitrage. En fonction des besoins, cet écran est perforé, découpé ou com- plété par des tablettes réfléchissantes pour cadrer des vues, diriger l’éclairement, protéger du soleil,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=