info-steel-22

Create PDF with GO2PDF for free, if you wish to remove this line, click here to buy Virtual PDF Printer 3.PDF 16/02/2009 14:45:12 De uitdagingen op structureel gebied waren aan- zienlijk: afwezigheid van een raster, een beperkt aantal verticale windverbanden, aanzienlijke uit- kragingen, beperkte secties en vooral de tot 20 cm beperkte vloerdikte. Deze aspecten noodzaakten een berekening via de eindige elementenmethode (EEM). De digitale analyse maakte het mogelijk de spreiding van de krachten over de spanten en de vloeren te bepalen, rekening houdend met de kruip van het beton. Het resultaat is een staalconstructie ontworpen als een volledig gestroomlijnde structuur waarvan de stabiliteit verzekerd wordt door twee ‘liggers aan de loefzijde’ op het dak en uitsluitend verticale windverbanden over de drie gevels. Het skelet bestaat uit een IPE 600 ligger op de glazen gevel, een tussenliggende HEA 400 en een achterlig- gende IPE 200 rustend op HEA 120 liggers. De eindliggers van de gevels zijn IPE 270 steunend op HEB 140. De structuur torst het dak bestaande uit steeldeck- platen van 0,88 mm dikte op 3 steunpunten met uitkragingen aan de glazen gevel. Deze uitsteek van 183 cm, bekleed met een schuine stalen kap, verleent het geheel een grote fijnheid. De steeldeckplaten dragen de verlaagde akoestische zolderingen, de speciale technieken, de isolatie, de waterdichting en een licht groendak. Create PDF with GO2PDF for free, if you wish to remove this line, click here to buy Virtual PDF Printer 1.PDF 16/02/2009 14:43:16 Detail van de hoofdgevel: plan zijrand _Détail façade principale: plan rive latérale Detail van de hoofdgevel: snede bovenrand _Détail façade principale: coupe rive supérieure D’un point de vue structurel, les contraintes étaient importantes: absence d’axes orthogonaux, contreventements verticaux limités, porte-à-faux importants, gabarits réduits et surtout épaisseur de plancher d’étage limitée à 20 cm. Ces aspects ont nécessité un calcul par la méthode des élé- ments finis (MEF). L’analyse numérique a permis de définir la répartition des efforts dans l’ensemble des charpentes et des planchers en tenant compte du fluage du béton. Il en résulte une charpente métallique conçue comme une structure entièrement articulée dont la stabilité est assurée par deux ‘poutres au vent’ en toiture et des contreventements verticaux sur trois façades uniquement. L’ossature se compose d’une poutre IPE 600 sur la façade vitrée, d’une HEA 400 intermédiaire et d’une rive arrière IPE 200 reposant sur des HEA 120. Les poutres de rive des pignons sont des IPE 270 reposant sur des HEB 140. La charpente supporte la toiture constituée de bacs en tôle nervurée de 0,88 mm d’épaisseur sur 3 appuis avec porte-à-faux vers la façade vitrée. Ce débordement de 183 cm, habillé d’un capot métalli- que oblique, assure une grande finesse de rive. Les bacs d’acier supportent les faux plafonds acoustiques, les techniques spéciales, l’isolation, l’étanchéité et une toiture végétale légère. 39