info-steel-26

60 Alle panelen worden symmetrisch opgebouwd uit opeenvolgende lagen van cellenglas, gips en een kern van fibersilicaat. Het geheel wordt aan de buitenkant bekleed met een 1 mm dikke ALU- ZINC-plaat. De elementen worden geassembleerd door verlijming met de tweecomponentenlijm LUX-2008-1. De verlijming wordt puntsgewijs gerealiseerd, behalve voor de buitenbekleding die volledig wordt gelijmd. Voor de verticale en horizontale verbindingen tussen panelen worden kleine Ω -vormige profielen in koudgewalst staal gebruikt. De muur wordt horizontaal gesteund door twee eenvoudige staalstructuren, bestaande uit warmgewalste kolommen en gordingen. Beide structuren aan weerszijden van de wand zijn onafhankelijk van elkaar, zodat de warmte als gevolg van de brand in één cel de structuur aan de andere kant van de muur niet belast. Deze structuren worden op de gebruikelijke manier gedimensioneerd, bij omgevingstemperatuur en onder inwerking van de wind (druk/onderdruk) en de verticale belastingen van het dak. Dimensionering bij brand is overbodig aangezien de dimensionering in koude toestand de stabiliteit bij brand garandeert. Bij brand zijn de horizon- tale krachten namelijk beperkt tot 20% van hun waarde in koude toestand, terwijl de structuur in het niet-getroffen compartiment haar volledige weerstand behoudt. Merk op dat beide structuren beschikken over hun eigen windverbandsysteem. De wand wordt aan elke structuur vastgemaakt (aan beide kanten van de wand) met behulp van smeltbevestigingen die zijn ontworpen om hun last los te laten bij 182 °C. Door het smelten van het gevoelige element ontspant zich een veer en wordt de pen verwijderd die de wand op verschil- lende punten aan de gording of de palen van de structuur bevestigd houdt. Er zijn smeltbevesti- gingen aangebracht op de verticale of horizontale assemblagenaden tussen twee panelen op een maximale afstand van 5 m van elkaar in beide richtingen. De volgende vier afbeeldingen tonen hoe een brand zich ontwikkelt in een opslagcompartiment. A - Ontstaan en ontwikkeling van een brand B - Vervorming van het skelet en inwerkingtre- • • cellenglas _verre cellullaire gips _plâtre fibersilicaat _fibro-silicate Chaque panneau est constitué symétriquement de couches successives de verre cellulaire, de plâtre et d’une âme en fibro-silicate. Les faces extérieures sont réalisées avec des tôles de 1 mm revêtues en ALUZINC. Les éléments sont assemblés par collage à la colle bicomposant LUX-2008-1. Le collage est effectué par plots sauf pour les parements pour lesquels l’encol- lage est complet. Les jonctions verticales et ho- rizontales entre panneaux sont réalisées par de petits profilés Ω en acier pliés à froid. Le mur est maintenu horizontalement par deux structures métalliques simples, constituées de colonnes et de pannes laminées à chaud. Les deux structures de chaque côté de la paroi sont indépendantes l’une de l’autre, de sorte que les effets thermiques dus à l’incendie dans une cellule n’entraîne pas de sollicitation sur la structure située de l’autre côté du mur. Le di- mensionnement de ces structures est réalisé de manière habituelle, à température ambiante, sous l’action résultante du vent (pression/dé- pression) et des charges verticales transmises par la toiture. Aucun dimensionnement en cas d’incendie n’est nécessaire. Le dimensionnement à froid permet de garantir la stabilité en cas d’incen- die. En effet, les efforts horizontaux en cas d’incendie sont limités à 20% de leur valeur à froid, alors que la structure située dans le com- partiment non sinistré garde l’entièreté de sa résistance. Il est à noter que chacune des deux structures dispose de son propre système de contreventement. La paroi est solidarisée à chaque structure (de part et d’autre de la paroi) au moyen d’attaches fusibles conçues pour se libérer à 182°C. La fusion de l’élément sensible provoque l’éjection par un ressort de la broche verrouillant le main- tien ponctuel de la paroi sur la lisse ou le poteau de la structure. Des attaches fusibles sont fixées sur les joints d’assemblages verticaux ou hori- zontaux entre deux panneaux et espacées de 5 m maximum dans les deux directions. Les quatre images suivantes montrent le dévelop- pement du feu dans un compartiment de stockage. A - Démarrage et développement de l’incendie B - Déformation de la charpente et libération • • opbouw van de panelen _constitution des panneaux

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=