info-steel-31

0 2 4 6 8 10 20m CROSS SECTION Uitkraging op uitkraging Het MAS is opgevat als reusachtig stapelhuis, een verticale opeenstapeling van enorme natuurstenen koffers. De koffers zijn zo gestapeld dat ze elke verdieping een kwartslag draaien om zo een vier- kante spiraaltoren te vormen. Op elk niveau kan de museumbezoeker uit de roltraproute stappen en een zaal binnenwandelen. De holtes in de spi- raalstructuur zijn afgeschermd met een glazen ge- vel, zodat bezoekers door de grote ramen telkens nieuwe en indrukwekkende vergezichten krijgen op stad, rivier en dokken. Er waren een aantal duidelijke uitgangspunten: een vrije uitkijk over de omgeving bij de rond- gang naar boven, grote obstakelvrije ruimtes in de museumzalen, een ruw uiterlijk van wanden en plafonds en grote verdiepingshoogtes (6 m). De constructie van het gebouw wordt door de architecten omschreven als een melkmeisje. Aan een staal-betonnen middenkern hangen alle dozen vast. De verdiepingen zijn dus als het juk over de schouders van een melkmeisje waaraan de em- mers hangen. Net zoals de volle emmers het melk- meisje in evenwicht houden, houden de dozen het gebouw recht. Er werd gewerkt met uitkragingen in plaats van met kolommen in de gevels, waar- door deze volledig beglaasd konden worden. Porte-à-faux sur porte-à-faux Le MAS est conçu comme un gigantesque entrepôt, un amoncellement vertical d’énormes caissons en pierre de taille. Les caissons sont empilés de façon à imprimer un quart de tour à chaque étage, de ma- nière à former une tour et une ascension en spirale carrée. A chaque niveau, le visiteur du musée peut quitter l’escalator et pénétrer dans une salle. Les ouvertures de la structure en spirale sont fermées par une façade en verre, chacune de ces grandes fenêtres offrant aux visiteurs un nouveau panorama impressionnant sur la ville, le fleuve et les bassins. Quelques principes clairs étaient à la base de la conception : une vue libre sur l’environnement lors de la montée en spirale, de grands espaces dépourvus d’obstacles dans les salles du musée, des parois et des plafonds ayant l’aspect brut et de grandes hauteurs de plafond (6 m). La construction du bâtiment est décrite par les ar- chitectes comme ressemblant à une laitière. Tous les caissons sont suspendus à un noyau central fait d’acier et de béton. Les étages jouent donc le rôle du joug qui repose sur les épaules d’une laitière et auquel sont suspendus les seaux. Les porte-à-faux ont été préférés à des colonnes en façades, pour permettre aux interstices entre les caissons d’être entièrement vitré. 30 0 2 4 6 8 10 20m GROUND FLOOR niveau 0 _niveau 0 niveau 2 _niveau 2 niveau 3 _niveau 3 doorsnede _coupe 0 2 4 6 8 10 20m D FLOOR 0 2 4 6 8 10 20m LEVEL 2 0 2 4 6 8 10 20m LEVEL 3

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=