info-steel-33

42 techniek _technique Europese normen voor niet-voorgespannen bouten De nieuwe Europese normen voor het ontwerp en de berekening van staalconstructies (Eurocode 3; reeks EN 1993) en voor de uitvoering ervan (reeks EN 1090) staan in nauw verband met de invoering van een serie nieuwe Europese normen voor niet- voorgespannen en voorgespannen bouten. In een vroegere bijdrage [1] zijn de (nieuwe) Europese voorspanbouten volgens EN 14399 reeds toege- licht. Deze bijdrage geeft een algemeen overzicht van de (nieuwe) Europese normen voor niet-voor- gespannen bouten en de belangrijkste aspecten bij het gebruik ervan. EN 15048 Zowel EN 1090-2 als EN 1993-1-8 schrijven voor dat niet-voorgespannen bouten moeten voldoen aan EN 15048. Deze norm bestaat uit twee delen: • EN 15048-1 : Niet-voorgespannen boutverbindin- gen voor staalconstructies: Algemene eisen • EN 15048-2 : Niet-voorgespannen geboute ver- bindingen voor de metaalbouw: Geschiktheidsbeproeving Deze norm laat het gebruik van volgende bout- klassen toe: • voor bouten vervaardigd uit koolstofstaal: 4.6, 4.8, 5.6, 5.8, 6.8, 8.8 en 10.9; • voor bouten vervaardigd uit austenitisch roest- vast staal: 50, 70 en 80. Het gebruik van deze bouten is toegelaten voor bout- verbindingen die werken op afschuiving en/of trek. De norm verwijst naar EN ISO 898-1 voor de eisen op gebied van mechanische sterkte (vloeigrens, treksterkte, verlenging bij breuk). Voor de roest- vast stalen bouten is dit EN ISO 3506-1. Omdat EN 15048 dus zelf deze eisen niet vermeld, mag hij geen productnorm worden genoemd. In tegenstelling tot EN 14399 voor voorspanbou- ten worden de geometrische kenmerken voor niet-voorgespannen bouten niet door EN 15048 voorgeschreven. Ook de norm EN 1090-2 over uitvoering definieert ze niet. Om deze leemte op te vullen, is het zinvol om in de projectspecificatie te verwijzen naar EN ISO 4014 en EN ISO 4017 (voor de schroeven) en naar EN ISO 4032 (voor de moeren). Deze normen komen min of meer overeen met de Duitse normen DIN 931, DIN 933 en DIN 934. Tekst_Texte: prof. ir. Wim HOECKMAN, gedelegeerd- bestuurder Victor Buyck Steel Construction, professor Vrije Universiteit Brussel Foto’s_Photos: pgb-Europe, gfd, Andrews Fasteners, Morgan Sindall Normes européennes pour boulons non précontraints Les nouvelles normes européennes pour la concep- tion et le calcul des structures en acier (Eurocode 3, série EN 1993) et pour leur exécution (série EN 1090) sont en rapport étroit avec l’introduc- tion d’une série de récentes normes européennes relatives aux boulons précontraints et non précon- traints. Dans un article précédent [1] , les (nouveaux) boulons européens à haute résistance aptes à la précontrainte ont déjà été commentés en se réfé- rant à la EN 14399. Le présent article offre une vue générale des (nouvelles) normes européennes s’ap- pliquant aux boulons non précontraints et montre les aspects les plus importants de leur utilisation. EN 15048 Les normes EN 1090-2 et EN 1993-1-8 imposent toutes deux que les boulons non précontraints répondent à la norme EN 15048. Cette norme comporte deux parties : • EN 15048-1 : Boulonnerie de construction mé- tallique non précontrainte : Exigences générales • EN 15048-2 : Boulonnerie de construction métallique non précontrainte: Essai d’aptitude à l’emploi Cette norme autorise l’utilisation des classes de boulons suivantes : • pour les boulons fabriqués en acier au carbone : 4.6, 4.8, 5.6, 5.8, 6.8, 8.8 et 10.9 ; • pour les boulons fabriqués en acier inoxydable austénitique : 50, 70 et 80. L’emploi de ces boulons est autorisé pour les liai- sons boulonnées travaillant en cisaillement et/ou en traction. La norme renvoie à la norme EN ISO 898-1 pour les exigences relatives à la résistance méca- nique (limite élastique, résistance à la traction, allongement à la rupture). Pour les boulons en acier inoxydable, référence est faite à la norme EN ISO 3506-1. Comme la norme EN 15048 ne mentionne pas elle-même ces exigences, elle ne peut être qualifiée de norme de produit. Contrairement à la norme EN 14399 pour boulons à haute résistance aptes à la précontrainte, les caracté- ristiques géométriques des boulons non précontraints ne sont pas imposées par la norme EN 15048. La norme EN 1090-2 relative à l’exécution ne les définit

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=