info-steel-35

Architect Francis Catteeuw: 'Het is geen sinecure om een open loods te transformeren naar woon- en werkgelegenheid, zonder de originele architec- tuur te schaden. Zelfs als is het een beschermd monument, je moet toch leefcomfort, akoestiek, stabiliteit en (brand)veiligheid garanderen.' Dat is juist waar het architectenbureau in slaagde: de constructie blijft prominent, de nieuwe ingrepen zijn terughoudend en bevinden zich (ook letterlijk) op het tweede plan. Het resultaat van ontwerp- beslissingen gebaseerd op een fascinatie voor het industrieel erfgoed. Om de vormgeving van de oude loods te begrij- pen, moeten we even terug in de geschiedenis. De ontwikkeling van de Voorhaven was eind 19de eeuw het resultaat van een gedreven politiek die Gent als havenstad op de wereldkaart wilde zetten. Spilfiguur was de energieke Emile Braun, jarenlang de hoofdingenieur van de stad en later Gents burgemeester. De Voorhaven was de eerste haven van Gent die met de zee verbonden was en overzeese handelsgoederen aanleverde. Vooral katoen werd geïmporteerd en via de Voorhaven Selon l’architecte Francis Catteeuw, 'ce n’est pas une sinécure de transformer un hangar ouvert, sans murs latéraux, en espace de logements et de bureaux, sans dénaturer l’architecture d’origine. Même s’il s’agit d’un monument classé, il faut garantir un certain confort de vie, permettre la flexibilité, et répondre aux critères d'acoustique, de stabilité et de sécurité (incendie).' Et c’est justement ce qu’a réussi le bureau d’architectes : l’architecture ancienne reste dominante, les nouvelles interventions sont discrètes et se situent (littéralement) au second plan. Le résultat du pro- jet témoigne d’une fascination pour le patrimoine industriel. Pour comprendre la forme de l’ancien hangar, il nous faut remonter le temps. C’est Emiel Braun, ingénieur en chef de la ville pendant des années, et plus tard bourgmestre de Gand, qui a entière- ment dessiné l’avant-port. Celui-ci était le premier véritable port de Gand relié à la mer et accueillait des marchandises d’outre-mer. On importait alors surtout du coton, qui était transporté jusqu’aux fabriques textiles flamandes via le port gantois. 27

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=