info-steel-35

Les distances reprises dans le Tableau 4 sont donc sécuritaires (et excessives) pour toutes les façades qui sont moins hautes (h < 12 m) et/ou moins large (w < 60) que la façade de référence. En outre, le Tableau 4 ne tient pas compte de l’effet favorable de façades non parallèles (angle ≠ 180°). Dans tous les cas précités, un calcul de rayonnement permet de justifier des distances plus faibles entre bâti- ments industriels. Distance minimale entre bâtiments situés sur une même parcelle Utilisation du Tableau 4 Le Tableau 4 donne directement la distance à respecter entre façades parallèles. Lorsque les façades qui se font face présentent des pour- centages non EI différents, l’Annexe 6 admet de déterminer cette distance ‘en fonction de la façade qui a la résistance au feu la plus élevée’ (c’est-a- dire en tenant compte du pourcentage non EI le plus faible). Pour les façades non parallèles, les distances du Tableau 4 peuvent être utilisées de manière sécu- ritaire pour déterminer la distance la plus courte entre 2 points non EI des façades. Calcul du rayonnement Lorsqu’on effectue un calcul de rayonnement, on tient compte de la hauteur et de la largeur réelle de la façade rayonnante. Pour cette raison, le calcul de la distance minimale doit être fait en considérant les deux sens de rayon- nement (de la façade X vers la façade Y et de la façade Y vers la façade X). La distance à appliquer est la plus grande des deux distances obtenues par calcul. Afin d’éviter de devoir effectuer ce calcul de rayon- nement, Infosteel a développé une série de gra- phiques qui permettent de déterminer par simple lecture la distance minimale à prévoir entre bâti- ments industriels. Ces graphiques sont le résultat de calculs de rayonnement suivant le critère de 15 kW/m². Ils sont disponibles en format pdf sur le site : www.infosteel.be/links Afstanden in Tabel 4 zijn daarom veilig (en over- matig) voor gevels die minder hoog (h < 12 m) en/ of smaller (w < 60) zijn dan de referentiegevel. Bovendien houdt Tabel 4 geen rekening met de gunstige invloed van niet-parallelle wanden (hoek ≠ 180 °). In al deze gevallen kan een berekening van de straling kleinere afstanden tussen industriegebou- wen rechtvaardigen. Minimale afstand tussen gebouwen op hetzelfde perceel Toepassing van Tabel 4 Tabel 4 geeft rechtstreeks de te respecteren af- stand tussen evenwijdige gevels aan. Wanneer de tegenoverliggende gevels verschillende niet-EI percentages hebben, laat Bijlage 6 laat toe om deze afstand te bepalen ‘in functie van de gevel met de hoogste brandwerendheid’ (dat wil zeggen met het laagste niet-EI percentage). Voor niet-evenwijdige gevels, kunnen de afstan- den in Tabel 4 veilig worden gebruikt om de kortste afstand tussen twee niet-EI punten van de gevels te bepalen. Berekening van de straling Bij het uitvoeren van een berekening van de stra- ling, wordt er rekening gehouden met de werke- lijke hoogte en breedte van de stralende gevel. Daarom moet de berekening van de minimale afstand plaatsvinden, volgens beide richtingen van de straling (van gevel X naar gevel Y en van gevel Y naar gevel X). De te weerhouden afstand is de grootste van de twee afstanden gevonden door de berekeningen. Om deze berekening van de straling te vermijden, heeft Infosteel een reeks van grafieken ontwikkeld waar de minimale afstand tussen industriegebou- wen rechtstreeks kan van afgelezen worden. Deze grafieken zijn het resultaat van berekening van de straling volgens het criterium van 15 kW/m 2 . Ze zijn beschikbaar in pdf-formaat via: www.infosteel.be/links 61

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=