info-steel-38

Plaatselijk, op de tweede en derde verdieping loopt de vloerstructuur uit op buitenbalkons. Deze bestaan uit een houten plankenvloer rusten op houten liggers 7 x 15 cm. Aan de beide dwarse uiteinden van de balkons, brengen de metalen profielen van het type IPE (kwaliteit S235 J2 G3) de verticale belastingen over via de houten liggers op de betonstructuur van het gebouw. In het licht van het speciale type isolatie van het gebouw en de relatief grote dikte van het gevelcomplex, wor- den de excentrische belastingen ter hoogte van de gevels gegarandeerd opgenomen door de toepas- sing van twee plaatstalen caissons, in de kwaliteit S235, verbonden met de betonnen vloerplaat door tussenplaatsing van stalen staven die instaan voor de thermische onderbreking en die de mogelijk- heid van de vorming van thermische bruggen tus- sen binnen en buiten tot een minimum herleiden. Om hun duurzaamheid te garanderen, hebben alle gebruikte metalen elementen een behandeling door dompelverzinken ondergaan. Interessant ook, hoewel minder verrassend, is dat de achtergevel de achtergrond vormt van de voetgangerszone met moestuintjes en tuinen die zich aan de voeten ervan uitstrekt. Om er beter in te passen, is ook de achtergevel op de onderste niveaus als groene gevel uitgevoerd (metalen struc- tuur waarop klimplanten groeien) waardoor een continuïteit ontstaat met de tuin en de terrassen worden opgefleurd. De bovenste niveaus zijn net als de gevel aan de straatkant met hout bekleed. De samenstelling van het geheel voldoet aan dezelfde principes als de voorgevel en de woningen bezitten ieder een ruime toegang naar een buitenruimte: individueel, volle grond, terras, balkon of dak. A la structure des planchers, viennent s’ajouter ponctuellement, au deuxième et troisième étage, des balcons extérieurs. Ces balcons sont compo- sés d’un plancher bois reposant sur les poutres bois 7/15. Aux deux extrémités transversales des balcons, des profilés métalliques type IPE de nuance S235 J2 G3 permettent le transfert des charges verticales conduites par les poutres bois à la structure béton du bâtiment. Au vu du type d’isolation particulière du bâtiment et de l’épais- seur relative importante du complexe de façade, la reprise des excentricités des charges au droit des façades est garantie par la mise en œuvre de deux caissons composés de plats en acier, de nuance S235, liaisonnés à la dalle béton par l’entremise d’un système de barres en acier garantissant la rupture thermique et minimisant la possibilité de formation de ponts thermiques intérieur/extérieur. Pour garantir leur pérennité, l’ensemble des éléments métalliques mis en œuvre ont subi un traitement de galvanisation à chaud. Intéressante également bien que moins surpre- nante, la façade arrière forme le fond de scène de la zone paysagère de potagers et de jardins qui s’étend à ses pieds. Pour s’y intégrer, elle est traitée en ses niveaux inférieurs par une façade végétalisée (structure métallique devant laquelle poussent des plantes grimpantes) qui développe une continuité avec le jardin et agrémente les terrasses. Ses niveaux supérieurs sont comme en façade avant bardés de bois. La composition de l’ensemble re- prend les mêmes principes qu’en façade avant et les logements trouvent ainsi chacun un accès généreux vers un espace extérieur : individuel, en pleine terre, en terrasse, en balcon ou en toiture. 49

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=