info-steel-39

zowel op het vlak van de fabricage van de elemen- ten als van het verloop van de werkzaamheden en de exploitatie van het gebouw. Speciale aandacht werd besteed aan het akoestische en thermische comfort, rekening houdend met de geografische ligging van het lyceum. De nabijheid van de luchthaven en de geluidshinder die dat met zich meebrengt, hebben de architecten er inderdaad toe gedwongen na te denken over middelen om de geluidshinder tot een minimum te beperken. Ook de warmte-inbreng en de lichtinval werden zorgvuldig bestudeerd om te komen tot een dusdanig niveau en een dusdanige kwaliteit dat ze het hele schooljaar gewaardeerd kunnen worden. De oriëntatie van het gebouw, de organisatie van de lokalen en de werkplaatsen, en de behandeling van de gevels en de daken bieden een passend antwoord op deze doelstelling. Ten slotte dragen het gebruik van groene energie en het opvangen van regenwater ook bij tot het aanzienlijk beperken van het verbruik van fossiele energie en water. De school bestaat uit twee delen – volgens het soort onderwijs, technisch of algemeen – die aan weers- zijden van een noord-zuidgerichte verkeersas liggen. Aan het einde ligt de zogenaamde ‘piste’ langs de testbanen, vlakbij de rivier. Deze 300 m lange verkeersas vormt de ruggengraat van het lyceum. Hij bedient enerzijds de werkplaatsen en anderzijds de kamgebouwen, samen met het restaurant en het documentatie- en informatiecentrum. De werkplaatsen De keuze voor een stalen geraamte maakt grote overspanningen en dus grote vrije volumes onder het dak mogelijk. Deze volumes worden op natuurlijke wijze homogeen verlicht dankzij een systeem met 'sheds' – vier tot zes naargelang van de grootte van de werkplaatsen – waarvan het bovenste, naar het noorden gerichte deel beglaasd is. In de mezzanines aan de rand zijn de les- en tekenlokalen onderge- bracht. Langs buiten zien de ateliers eruit als een aaneenschakeling van 'sheds', bedekt met casset- tes in Aluzinc ® Florelis (ArcelorMittal), die de gevel een homogeen visueel aspect verlenen dankzij een opmerkelijke vlakheid en de verborgen bevestigingen. Tussen de vijf werkplaatsen liggen vier tuinen, die met succes de schittering van het staal in het groen errond laten opgaan. niveau de la fabrication des éléments que du déroulement du chantier et du fonctionnement de l’édifice. Le confort acoustique et thermique a fait l’objet d’une attention particulière compte tenu de la situation géographique du lycée. En effet, la proximité de l’aéroport et les nuisances sonores que cela implique ont incité les archi- tectes à réfléchir aux moyens de les minimiser. Les apports de chaleur et de lumière ont été soigneusement étudiés afin d’être d’un niveau et d’une qualité appréciables tout au long de l’année scolaire. L’orientation du bâtiment, l’organisation des salles et des ateliers ainsi que le traitement des façades et des toitures correspondent à cette recherche. Enfin, le recours aux énergies renouvelables et à la récu- pération des eaux de pluie contribue aussi à réduire de manière significative la consomma- tion d’énergie fossile et d’eau. L’établissement se compose de deux parties correspondant aux enseignements techniques et généraux, et organisées de part et d’autre d’une circulation orientée Nord-Sud. Il est complété par un bâtiment dit 'piste' implanté le long des pistes d’essais, au plus près du fleuve. Cet axe de circulation de 300 m de longueur constitue l’épine dorsale du lycée. Il dessert d’un côté les ateliers et, de l’autre, les bâtiments d’enseignement disposés en peigne, ainsi que le restaurant et le CDI. Les ateliers Le choix d’une ossature en acier assure de grandes portées afin d’obtenir des volumes libres sous toiture. Ces volumes sont éclairés naturellement et de manière homogène grâce à un système de 'sheds' – quatre à six selon les ateliers – dont la partie haute, orientée au nord, est vitrée. Des mezzanines périphériques accueillent des salles de cours et de dessin. De l’extérieur, les ateliers apparaissent comme un enchaînement de 'sheds', recouverts de cassettes en Aluzinc ® Florelis (ArcelorMittal), assurant un aspect visuel homogène de la façade grâce à une remarquable planéité et à des attaches masquées. Quatre jardins s’interposent entre les cinq ateliers, mêlant avec succès l’éclat de l’acier et la verdure environnante. Buitenzicht op de ateliers; een mix van Aluzinc ® Florelis en grote beglaasde openingen. _Extérieur des ateliers mêlant l’acier Aluzinc ® Florelis et de larges baies vitrées. 75

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=