info-steel-58

IJzerzandsteen en ‘corten’ Opmerkelijk is de ruime aanwezigheid van staal in alle vijf de ontmoetingsplaatsen. “Corten was voor ons het aangewezen mate- riaal”, zegt Hans Tuerlinckx. “Het past volle- dig in deze streek die gekenmerkt wordt door de bruinrode ijzerzandsteen uit het geolo- gisch Diestiaan-tijdperk. Vrijwel alle kerken en ook vele civiele gebouwen uit de middel- eeuwen zijn in deze steen opgetrokken. De roodbruine kleur van beide materialen lijken wel in elkaar op te gaan”. “Het totaal gewicht van de staalconstructies in kokervorm en weervaste staalplaten bedraagt 19.343 kg”, voegt Sven Vangodtsenhoven die onder meer instond voor het ontwerp en de uitwerking van de staalconstructies, eraan toe. Bomenwandeling In Werchter, waar de Demer in de Dijle uitmondt, bedacht het duo een bomenwandeling. “Het idee ontsproot bij Sven toen we op de brug stonden”, zegt Hans Tuerlinckx. “Naast de brug stond een mooi eikenbosje. Daar naartoe creëer- den we een hoogtepad van 56 m lang en 3 m hoog dat zich door de bomen slingert. Het pad eindigt in een ronding, ter hoogte van de plaats waar de twee rivieren in elkaar overgaan”. Grès ferrugineux et ‘corten’ La présence primordiale de l’acier Corten aux cinq lieux de rencontre est remarquable. « Pour nous, l’acier Corten était le matériau de choix », déclare Hans Tuerlinckx. « Il s’intègre parfai- tement dans cette région qui se caractérise par son grès ferrugineux de couleur brun-rouge de l’ère géologique diestienne. Presque toutes les églises et de nombreux bâtiments civils du Moyen Âge sont construits dans cette pierre. La couleur brun-rougeâtre des deux matériaux semble se confondre ». « Le poids total des structures tubulaires et des tôles en acier auto-patinable est de 19 343 kg », ajoute Sven Vangodtsenhoven, responsable, entre autres, de la conception et de l’élaboration des structures métalliques. Promenade dans les arbres À Werchter, où le Démer se jette dans la Dyle, le duo a imaginé une promenade dans les arbres. « C’est Sven qui en a eu l’idée, quand nous étions sur le pont », raconte Hans Tuerlinckx. « Près du pont, il y avait une belle chênaie. Pour y arriver, nous avons créé un sentier en altitude de 56 m de long et de 3 m de haut, qui serpente d’arbre en arbre. Le parcours se termine sur une courbe, à l’endroit où les deux rivières se rejoignent ». Betekom 12

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=