info-steel-63

afgewerkt met zware roostervloeren”, zegt Andreas Vermeeren, projectleider bij staalbou- wer CSM. “De structuur van de brug bestaat uit S355-staal en weegt circa 135 ton. Ze is opgebouwd uit drie samengestelde kokerliggers, die telkens 29 m overspannen. De plaatdiktes voor deze kokers lopen op tot 50 mm. Tussen deze kokerliggers vormen HE 400 A-balken en al dan niet samengestelde HE 300 A-balken de draagstructuur voor de spoorgoten. De rooster- vloer draagt af op IPE 270-balken, die geraveeld uitgevoerd zijn om de brug zo laag mogelijk te houden. Naast de roosterstructuur zijn ook gootbakken geplaatst, die door middel van een boutverbinding aan de brug verankerd zijn.” Logistieke uitdaging De trambrug heeft negen steunpunten: zeven aan beide uiteinden en twee in het midden, die via een portiek op de wanden van de « En conséquence, le pont a été pourvu de lourds caillebotis en acier », explique Andreas Vermeeren, chef de projet chez le constructeur métallique. « La structure du pont est en acier S355 et pèse environ 135 tonnes. Elle est faite de trois poutres-caissons composées d’une portée de 29 m chacune. L’épaisseur de feuille de ces poutres atteint jusqu’à 50 mm. Entre les poutres-caissons, des solives HE 400 A et HE 300 A (composées ou non) forment la structure porteuse des gorges pour les rails. Le caillebotis repose sur des profils IPE 270 en exécution grugée afin de maintenir le pont le plus bas possible. Des gouttières sont placées le long du caillebotis, ancrées au pont par boulonnage. » Défi logistique Le pont du tram possède neuf appuis : sept aux deux extrémités et deux au centre, qui reposent sur les murs du tunnel routier sous-jacent par 58