info-steel-63

eigentijdse materialen die een gevoel van tijde- lijkheid oproepen. De constructie is opgevat als een in één beweging gevouwen staalstructuur, naar het structurele principe van de folded plate. Die harmonicabeweging verleent het geheel de nodige stijfheid. Staal is een uitgelezen mate- riaal om het principe toe te passen omwille van zijn structurele eigenschappen en het feit dat het als dunne platen kan worden geleverd. Het laat zich moeiteloos inpassen in deze bakstenen omgeving en laat toch plaats aan transparantie.” Exoskelet Frans Leenaerts, ingenieur-zaakvoerder van het studiebureau ‘Util struktuurstudies’ licht de technische kant van het project toe. “De stalen structuur vormt een exoskelet. De dakvlakken bestaan uit platstaal van 6 mm. Ter hoogte van de kilgoot werden telkens twee vlakken aan elkaar gelast en bevestigd op een kolom. De kolommen werden uitgevoerd in platstaal van 8 mm. Elk element werd vervolgens in de nok onderling verbonden door middel van bout- verbindingen. De grotere hellende vlakken van de luifel werden lokaal verstijfd met opgelaste de temporalité a été choisi, après un processus long et épuisant, mais toujours constructif. La construction a été conçue comme une structure en acier pliée en un seul mouvement, selon le principe structurel de la folded plate. Ce mouve- ment en harmonica donne à l’ensemble la raideur nécessaire. L’acier est un excellent matériau pour appliquer le principe, en raison de ses propriétés structurelles et du fait qu’il peut être fourni sous forme de feuilles minces. Il peut être installé sans effort dans cet environnement en brique et laisse néanmoins de la place à la transparence. » Exosquelette Frans Leenaerts, ingénieur-gestionnaire du bureau d’étude « Util structuurstudies », nous présente l’aspect technique du projet. « La struc- ture en acier est un exosquelette. Les surfaces de toit sont en acier plat de 6 mm. Deux plans ont été soudés l’un à l’autre au niveau de la noue et fixés sur une colonne. Les colonnes ont été exécutées en acier plat de 8 mm. Chaque élément a ensuite été fixé au niveau du faîte au moyen de connexions boulonnées. Les grandes surfaces inclinées de l’auvent ont été rigidifiées localement avec des ailerons soudés d’une 63