inspelen op interne wijzigingen, toekomstige ontwikkelingen en de bouwmaterialen zo economisch mogelijk in te zetten. Enkel voor de twee trapkernen en de liftkoker met drie liften werd geopteerd voor prefab betonelementen”. “Op die manier kunnen we de nodige stabiliteit verzekeren zonder windverbanden in de gevels te moeten gebruiken. Voor het skelet werden ronde kolommen type S235 en S355 gebruikt. Voor de vloerliggers grotendeels HEB360 of HEM320, met verbrede onderflens voor het inleggen van de welfsels. Deze opbouw werd op voorhand uitvoerig in BIM onderzocht en uitgetekend. De BIM-software Revit werd hier door zowel de aannemer, architect en ingenieur technieken gebruikt voor de uitwerking van een 3d-uitvoeringsmodel. Dit werd dan ook aangewend voor overleg tussen de verschillende bouwactoren. De ronde kolommen worden slanker naar de bovenste verdiepingen toe”. Vier lagen Simon Van Audenhove vervolgt: “het gebouw kadert in een masterplanvisie waarbij de bedrijfsgebouwen op de site hun eigen architectuur uitstralen, met voldoende afstand tussen elkaar maar toch qua materiaalgebruik en kleur bij elkaar horen. De architecturale volumewerking van dit meerlagig concept is duidelijk zichtbaar en maakt de specifieke identiteit uit van dit gebouw. Er zijn vier verschillende lagen. De onderste laag – de gelijkvloerse verdieping - is een gesloten hal in witgelakte stalen golfplaten (Joris Ide, type 25/115), gemonteerd op Kingspan rotswolpanelen. De hoofdtoegang tot het gebouw wordt benadrukt door een centrale glazen pui in de inpandig overdekte inkomhal. De lagen erboven zijn kantoorruimtes en zijn afzonderlijk leesbaar door de verschillende ritmeringen van de vliesgevels. In de volle vlakken werden stalen golfplaten (Joris Ide, type 18/76 en 46/150) geschroefd op een maatwerk sandwichpaneel, een combinatie van multiplex en EPS facilement possible aux changements internes, aux développements futurs et afin de mettre en œuvre les matériaux de construction de la manière la plus économique possible. Ce n’est que pour les deux corps d’escalier et la cage des trois ascenseurs que nous avons opté pour des éléments en béton préfabriqués. » « De cette façon, nous pouvons assurer la stabilité nécessaire sans avoir à utiliser des contreventements dans les façades. Des colonnes rondes de type S235 et S355 ont été utilisées pour la structure. Pour les poutres de plancher, il s’agit principalement de HEB360 ou de HEM320, avec bride inférieure élargie pour la pose des hourdis. Cette structure a été minutieusement examinée et élaborée au préalable à l’aide de Revit, un logiciel BIM qui a été utilisé à la fois par l’entrepreneur, l’architecte et l’ingénieur des techniques pour la création d’un modèle d’exécution en 3D. Ce dernier a ensuite été utilisé pour les consultations entre les différents acteurs de la construction. Les colonnes rondes se font plus minces aux étages supérieurs ». Quatre couches Simon Van Audenhove poursuit : « Le bâtiment s’inscrit dans une vision d’ensemble dans laquelle les bâtiments d’entreprise du site rayonnent de leur propre architecture, à une distance suffisante les uns des autres, mais tout en restant solidaires en ce qui concerne l’utilisation de matériaux et de couleurs. L’effet de volume architectural de ce concept multicouche est clairement visible et forme l’identité spécifique de ce bâtiment. Quatre couches différentes se distinguent. La couche inférieure – le rez-de-chaussée - est une salle fermée en tôle d’acier ondulée laquée en blanc (Joris Ide, type 25/115), montée sur des panneaux de laine de roche Kingspan. L’entrée principale du bâtiment est soulignée par une façade centrale en verre dans le hall d’entrée couvert. Les couches suivantes comportent des espaces de bureau et se distinguent individuellement en raison des différents rythmes des murs-rideaux. Dans les surfaces pleines, des tôles d’acier ondulées (Joris Ide, types 18/76 et 46/150) ont été boulonnées sur un panneau sandwich fait sur mesure : une 53
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=