“Ze meet 28 op 24 m”, vult Yannick Dupont, projectleider bij aannemer Eiffage aan. “Om de 7,20 m zijn er stalen kolommen van 6 m hoog voorzien van de nodige windverbanden. Daarop rust een steeldeckstructuur waarop een witte luifel is opgehangen. De passerelle maakt de verbinding tussen de twee gebouwen en heeft een overspanning van 24 m”. Complex “Gezien de grote overkragingen, de raakvlakken met de bestaande gebouwen en de oorspronkelijke architecturale eis om geen verticale windverbanden te voorzien was dit een vrij complex dossier”, zegt ook ir. Patrick De Rycke van het studiebureau Riessauw. “Alle windlast diende via het dakvlak naar het bestaande AC-gebouw overgebracht te worden. Tijdens de uitvoering werden uiteindelijk toch verticale windverbanden toegevoegd teneinde te voldoen aan de zeer strenge vervormingseisen van de hoge glaspartijen.” Bijzondere aandacht ging naar de primaire en secundaire liggers. “Die liggen op elkaar zodat het verloop van technische kanalen in beide richtingen mogelijk is”, vervolgt Patrick De Rycke. “De hoge glaspartijen zorgden er ook voor dat de staalconstructie bovenaan slechts 3 mm mocht uitbuigen, wat minimaal mag worden genoemd. Verder moest ook rekening gehouden worden met de complexe knoopverbindingen met het bestaande gebouw en de spitse uiteinden van de overkragende luifels.” Passerelle Via een plastische monumentale trap of een open lift kan de bezoeker naar een passerelle die aansluit op de centrale vergaderzone op de eerste verdieping van het EGW-gebouw. Dit is dan ook de verbinding voor de medewerkers met de backofficezones in het AC-gebouw. De wanden van de passerelle bestaan uit verticale lamellen, waarvan op de kop over de volle hoogte led-strips werden voorzien. Zo wordt het een gigantische mediawand die kan gebruikt worden voor info over allerlei evenementen in de stad. Door haar drie glasgevels verliest de agora nooit haar ruimtelijke band met de stad. « Elle mesure 28 m sur 24 », ajoute Yannick Dupont, chef de projet chez Eiffage. « Les colonnes d’acier de 6 m de haut sont équipées des contreventements nécessaires tous les 7,20 m. Au-dessus, on retrouve un tablier en acier sur lequel est accroché un auvent blanc. La passerelle relie les deux bâtiments et a une portée de 24 m. » Complexe « C’était un dossier assez complexe compte tenu des grandes saillies, des zones de contact avec les bâtiments existants et de l’exigence architecturale initiale qui consistait à ne pas prévoir de contreventements verticaux », explique également Patrick De Rycke, ingénieur du bureau d’études Riessauw. « Toute la charge du vent devait être transférée au bâtiment AC existant par le biais du toit. Lors des travaux, des contreventements verticaux ont tout de même été ajoutés afin de répondre aux exigences très strictes en matière de déformation des hautes baies vitrées. » Une attention toute particulière a été accordée aux poutres primaires et secondaires. « Elles sont superposées : les canaux techniques peuvent dès lors fonctionner dans les deux sens », poursuit Patrick De Rycke. « Les hautes baies vitrées permettent également à la structure en acier de ne se courber que de 3 mm au sommet : c’est minime. En outre, il fallait tenir compte des jonctions complexes avec le bâtiment existant et des extrémités pointues des auvents en saillie. » Passerelle Un escalier monumental en plastique et un ascenseur ouvert permettent aux visiteurs d’accéder à une passerelle menant à l’espace de réunion central au premier étage du bâtiment EGW. C’est également par là que passent les collaborateurs des zones de back-office dans le bâtiment AC. Les murs de la passerelle se composent de lamelles verticales, dont toute la partie supérieure est munie de bandes LED. Ce gigantesque mur médiatique pourra être utilisé pour diffuser des informations sur les divers événements organisés dans la ville. Grâce à ses trois façades vitrées, l’agora garde en permanence son lien spatial avec la ville. 70
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=