de nieuwe beglazing van de vliesgevels – die qua look nauw aansluit bij het origineel, maar veel betere thermische prestaties biedt – combineert het beste van beide werelden. Tegelijk hebben we ervoor geopteerd om waardevolle bestaande elementen maximaal te behouden en te hergebruiken.” Gevel met unieke aanblik In aanloop naar de reconversie werd Bureau Bouwtechniek door het opdrachtgevende consortium ingeschakeld om de haalbaarheid van de beoogde ingrepen onder de loep te nemen. “Daarbij hielden onze experts een sterk gezamenlijk doel voor ogen: zo duurzaam mogelijk herbestemmen”, zegt algemeen directeur Jan Moens. “Samen met de bouwheer, architecten en aannemer hebben we ernaar gestreefd om elke vierkante meter van het gebouw een zinvolle bijdrage te laten leveren aan het comfort en het welzijn van de gebruikers. Denk onder meer aan de nieuwe HR-gevelbeglazing (12.000 m² in totaal), waarvoor leverancier AGC op basis van onze uitgebreide studie een nieuwe glascoating met een uitgesproken goudkleurige reflectie ontwikkelde. Ook EPB en brandveiligheid waren belangrijke delen van onze opdracht. We zijn erg blij dat we erin geslaagd zijn om de gevel zowel esthetisch als energetisch op te waarderen. Tenslotte heeft het Royale Belge-gebouw zijn iconische status daar voor een groot stuk aan te danken.” Naast de beglazing is het ook (en vooral) het exoskelet in cortenstaal dat het complex een unieke aanblik geeft. Het gaat om kolommen in HE 300-profielen en liggers in UAP 300-profielen, die deel uitmaken van de staalstructuur die de vier vleugels van het kruisvormige torenvolume ondersteunt. Enkel de zichtbare delen van het staalskelet – 1075 ton in totaal – zijn uitgevoerd in cortenstaal, waardoor ze niet beschermd moesten worden tegen corrosie. Ze zijn aan de rest van de interne draagstructuur gekoppeld door middel van boutverbindingen. Daarnaast is een deel van het dak van de sokkel opgebouwd uit een staalskelet van 35 x 35 meter en werden er ook nog verstevigingen aangebracht in de gewapende betonstructuur van de sokkel, in de vorm van ingestorte metalen bâtiment. Le nouveau vitrage des murs-rideaux, dont l’aspect est très proche de l’original tout en offrant de bien meilleures performances thermiques, combine également le meilleur de ces deux mondes. Parallèlement, nous avons choisi de préserver et de réutiliser au maximum de précieux éléments existants. » Une façade unique en son genre En amont de la reconversion, le consortium mandataire a fait appel à Bureau Bouwtechniek pour examiner la faisabilité des interventions envisagées. « Pour cela, nos experts ont poursuivi un objectif commun clair : réaménager de manière aussi durable que possible », explique le directeur général Jan Moens. « Avec le maître d’ouvrage, les architectes et l’entrepreneur, nous avons veillé à ce que chaque mètre carré du bâtiment contribue de manière significative au confort et au bien-être de ses utilisateurs. Prenons par exemple le nouveau vitrage de la façade HR (12.000 m² au total), pour lequel le fournisseur AGC a développé un nouveau revêtement en verre avec un reflet doré prononcé à partir de notre étude approfondie. Les performances énergétiques et la sécurité incendie ont également été des éléments importants de notre mission. Nous sommes très heureux d’avoir réussi à améliorer la façade tant sur le plan esthétique qu’énergétique. Le bâtiment de la Royale Belge lui doit en effet en grande partie son statut emblématique », ajoute-t-il. Outre le vitrage, c’est aussi (et surtout) l’exosquelette en acier corten qui confère au complexe un aspect unique. Il s’agit de colonnes en profilés HE 300 et de poutres en profilés UAP 300, qui font partie de la structure métallique soutenant les quatre ailes du volume cruciforme de la tour. Seules les parties visibles du squelette d’acier – 1075 tonnes au total – sont en acier corten et n’ont donc pas eu besoin d’être protégées contre la corrosion. Elles sont reliées au reste de la structure porteuse interne par des connexions boulonnées. En outre, une partie de la voûte du socle a été construite à partir d’un squelette en acier de 35 x 35 mètres, et des renforts ont également été ajoutés à la structure en béton armé du socle, grâce à des poutres métalliques enrobées et à des poutres 24
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=