Zetel FNEL, Luxemburg
[widgetkit id="53" name="Siege-fnel"]
Begin 2008 maakte de FNEL (het Nationaal Verbond van Scouts en Gidsen van Luxemburg) de bouwplannen bekend voor zijn nieuwe federale zetel. Bij de studie werden de architecten al heel snel geconfronteerd met een vrij complex en verscheiden programma en een terrein dat er ogenschijnlijk gewoon bij lag maar een bewogen geschiedenis achter de rug had. De nieuwe federale zetel van de FNEL omvat administratieve lokalen, vergaderzalen, een bibliotheek, een winkel, een grote multifunctionele zaal met professionele keuken, opslagruimtes en een kleine woning.
In overleg met de dienst monumenten en landschappen en het nationaal museum voor kunst en geschiedenis, werd vertrokken van het idee het nieuw gebouw te beschouwen als een laag die op de historische site zou komen. Zo werd een gebouw in licht materiaal opgetrokken op een gewapende betonvloer rustend op een fundering van heipalen, zonder te raken aan de overblijfselen van de vesting van het fort Dumoulin.
Bij de morfologie van het gebouw ging men uit van de grondvesten van het fort, het programma van de lokalen en het respect voor de bestaande vegetatie. De grootste uitdaging voor de ontwerpers bestond erin een elegante constructie te bedenken die de bouwkundige en structurele details verborgen hield. Eén en ander verklaart de zichtbare eenvoud en sereniteit van de architectuur. De architecten kozen voor simpele vormen, gebaseerd op een geheel van drie rechthoekige volumes waarvan de schuine daken trapeziumvormige gevels aftekenen. Deze slimme vondst in het ontwerp creëert een visuele dynamiek. De openingen van de grootste ruimtes, allen eenvoudig van vorm, vallen op door uitspringende volumes die de gevel subtiel tot leven brengen. De keuze voor buitenschilpanelen in weervast staal ('corten') is een eerbetoon aan de historische banden tussen de FNEL en de staalnijverheid in Luxemburg. Om redenen van homogeniteit werden de garagepoorten en de ventilatieroosters eveneens in weervast staal uitgevoerd. De kleur van dit materiaal past mooi in de bosrijke omgeving. Van bij het ontwerp werd rekening gehouden met het ecologisch aspect en werden de materialen gekozen in functie van hun globale balans, teneinde tot een duurzaam gebouw te komen dat getuigde van respect voor de natuurlijke rijkdommen.
Buiten de klassieke denkoefening over het belang van isolatie en de zorg voor de technische installaties, besteedden de architecten bijzondere aandacht aan de samenstellende elementen van de constructie: structuur, wanden, bekledingen. Zo opteerden ze voor een volledig massiefhouten structuur. Op die manier legden ze de nadruk op een hernieuwbare en CO2-neutrale energiebron en werd aangetoond hoe dit materiaal in een tertiair gebouw kan aangewend worden. Een secundaire structuur, eveneens van hout, vormt caissons waarin een dikke laag thermische isolatie werd ingeblazen. Het duurzaamheidsaspect van het gebouw is ook terug te vinden in de keuze van de gevelpanelen in weervast staal, die geen enkele behandeling of onderhoud vergen en een lange levensduur en een vlotte latere recyclage garanderen. Alle daken zijn groendaken die bijdragen tot de ecologische balans van het gebouw. Ook het interieur, waar sober en helder hout de boventoon voert, werd ingegeven door een zorg om eenvoud en discretie.
Plaats | rue de Trêves 61a, Luxembourg |
Opdrachtgever | Fondation FNEL, Luxembourg |
Architect | hsa – heisbourg strotz architectes, Luxembourg |
Studiebureau | icone, Luxembourg |
Controlebureau | Luxcontrol, Esch-sur-Alzette |
Algemeen aannemer | Prefalux, Luxembourg |
Staalbouwer - gevel | Prefalux, Luxembourg |
Foto's | Eric Chenal, Gilles Martin, Michel Heisbourg |